Pijn is fijn
Het is een mooie zomerdag en je bent zeven jaar oud. Hijgend ren je -zonder te kijken – de straat over, keihard achter een bal aan die door een van je vriendjes richting doel geschopt is. Je mist net een losliggend stuk steen en gaat onderuit. Onmiddellijk bereikt een pijnscheut je hersenen en een brandend gevoel maakt zich meester van je. Een grote bloedende schaafwond prijkt op je knie en je begint te huilen. Een van je ouders snelt toe om de geleden schade te bekijken en om je te troosten. Of als dit bij jou thuis er anders aan toe ging, wellicht om je met afwijzende woorden te laten blijken dat je beter uit had moeten kijken. Nog een voorbeeld, je krijgt je stuk speelgoed niet terug van je broertje en er speelt zich getouwtrek tussen jullie af waarin de woede en frustratie in je opstapelt. Al gauw komt een van je ouders tussenbeide. ‘Niet vechten’ of ‘geen ruzie’ maken, veel gedane uitspraken van ouders wanneer je jong bent.
Al vroeg in ons leven, worden er allerlei fundamenten gelegd voor het gedrag en gevoel, wat we later als volwassenen vertonen. In vele opzichten is er weinig veranderd in de manier waarop we reageren. Wel hebben we een grotere gereedschapskist aan strategieën, dus is dit gedrag en gevoel bij volwassenen veel minder puur en minder goed te herkennen of duiden dan bij kinderen. Als kind word je kwaad en uitte je dit wellicht door te schreeuwen, huilen of fysiek driftig te worden. Dit herken je misschien nu weer, als je zelf kinderen hebt die jong zijn. In het gedrag en gevoel van kinderen zijn verdriet, woede en pijn nog aanwezig in de puurste vorm. Dit veranderd echter, vanaf een jaar of 6-7, wanneer je als kind een ego begint te ontwikkelen. Een ego, waar helemaal niets mis mee is overigens. Het zorgt voor een natuurlijke grens en het vormt bouwstenen voor jouw normen & waarden in het leven. Een nadeel van dit ego, is dat het heel gevoelig is voor erkenning van anderen en met alles wat je in je hebt probeert om afwijzing van anderen te voorkomen.
Dit vaak onbewuste fenomeen begint in relatie tot je ouders of opvoeders. Er wordt je al vroeg geleerd, dat boos zijn niet mag en dat verdriet er niet mag zijn, ‘want je bent toch een grote meid of knul?’ Daarnaast doet voorbeeld volgen, in een periode waarin je enorm tegen deze opvoeders opkijkt. Opvoeders die niet altijd zelf het beste voorbeeld geven en op hun beurt weer aangeleerd gedrag hebben meegekregen van hun ouders of opvoeders. Vele ouders willen vermijden dat ze kwetsbaar zijn of fouten maken. Iets wat je als kind dus gaat zien, als iets ‘slechts.’ Verslavingsdeskundige Jan Geurtz, schreef een boek over opvoeden en deelt hierin de effecten van de manier van opvoeden, zoals de focus die we leggen op straffen in plaats van belonen. Een van de voorbeelden in zijn boek ‘Einde van de opvoeding’ is om je kind vooral te laten weten wat het wel mag, in plaats van steeds te benadrukken wat er allemaal NIET mag.
Liefdesbang
Het effect op de vorming van dit ego en de patronen uit je jeugd, fascineerde mij altijd al enorm. Zeker na het lezen van de boeken van Geurtz en mijn recente openbaring in het lezen van Hannah Cuppen’s liefdesbang, leggen pijnlijk mijn bewuste onbekwaamheid op het gebied van (liefdes)relaties bloot. Herin heb ik jaren geloofd, dat pijn vermeden moet worden en je vooral niet stil moet staan bij dit soort patronen. Zo stortte ik me elke keer weer, vol overgave in een nieuwe liefdesrelatie die vervolgens weer stukliep. Dit met een gemene deler, mijzelf. Niet al te lang geleden, kwam ik er achter dat men het meest lijdt, omdat we dit lijden proberen te voorkomen en het gevoel hebben dat we altijd gelukkig horen te zijn. Ook proberen we juist weg te bewegen van de pijn, die ons dichterbij de oplossing kan brengen. Zo ontdekte ik pijn die ik al jaren met me mee zeulde en leer ik met steeds meer compassie gaan kijken naar mijn 7-jarige zelf. Ik wilde die niets liever dan aandacht en erkenning ontvangen en zat vol met liefde en levensenergie. Om die reden wil ik mezelf nu voorstander noemen van het motto ‘ga naar de pijn.’
Er zijn namelijk – gelukkig – oplossingen. Ook is bewust onbekwaam zijn, een van de eerste stappen in jezelf bekwaam maken op dit gebied. Om die reden wil ik jullie behalve deze twee literatuurtips die mijn leven ten goede hebben veranderd, nog twee praktische tips geven die mij nog dagelijks, enorm helpen.
Tips
Tip 1 | Je hebt al gevoeld
Het is on-ge-lo-fe-lijk lastig om terug naar je gevoel te gaan. De kabbelende onderstroom in je onderbuik die je altijd op het juiste pad brengt en houdt. Dit komt, omdat we als mensen enorm sterk zijn in rationaliseren vanuit al die ontwikkelde patronen en strategieën. Bedenk je, dat je zintuigen iets waarnemen en dat vlak hierna een gevoel plaatsvindt. Dit is jouw onderstroom gevoel waar je op kunt vertrouwen. Bliksemsnel, vindt daarna het rationaliseren en (over)denken plaats. Wanneer je realiseert dat je teveel nadenkt of piekert, bedenk dan; ik heb al gevoeld. Ga dan eens terug in de tijd en voel eens in, wat was dat gevoel? Wat raakte me? En wat wil ik echt?
Tip 2 | Durf te delen wat je voelt
Ok, nu weet je wat je voelt. Nu is het vaak nog een uitdaging, om dat gevoel te delen. Dit is een van de engste dingen die er zijn, omdat dit gepaard gaat met een (onrealistische) angst. Angst om iets kwijt te raken, een ander weg te jagen of vul zelf maar in, waar ben je bang voor? Geloof me, wanneer je durft te delen wat je voelt in contact met de ander, zal dit altijd voelen als een opluchting. Er is niets krachtiger dan aangeven dat iets je raakt, wat met je doet of om ergens met gevoel aan te geven wat er gebeurt als een ander bepaald gedrag vertoont. Probeer het eens met iets kleins uit, je zult merken dat het je er enorme kracht, vrijheid en opluchting uit haalt. En wanneer de ander hier niet mee om kan gaan, ‘don’t take it personal’, dit zegt dan veel meer over wat hij of zij nog te leren heeft.
Je zult ontdekken, dat ‘naar de pijn gaan’ je steeds minder pijn doen. Je kunt liefhebben, als je durft te rouwen om iets wat je – waarschijnlijk al vele jaren geleden- heel diep heeft geraakt en hoe fijn zou het zijn, als je dit nu eindelijk los kan gaan laten?
Door: Bob Offereins
Coach, trainer en therapeut